Wie moet BBO betalen?
Alleen ondernemers moeten BBO betalen. Het is dus van belang om vast te stellen of u ondernemer bent. Indien u geen ondernemer bent, bent u namelijk geen BBO verschuldigd.
Wanneer bent u ondernemer?
Voor de BBO bent u ondernemer als u zelfstandig een bedrijf of een beroep uitoefent. De rechtsvorm van uw onderneming speelt daarbij geen rol.
Om te beoordelen of u ondernemer bent, let Departamento di Impuesto op de volgende zaken:
- Oefent u zelfstandig een bedrijf of beroep uit? Het is niet van belang of u winst maakt. Ook een inschrijving bij de Kamer van Koophandel is niet doorslaggevend. U moet zelfstandig werkzaam zijn. Voor werkzaamheden die u in dienstbetrekking verricht, bent u dus geen ondernemer.
- Werkt u in dienstbetrekking én heeft u daarnaast andere werkzaamheden? Als u naast een vaste baan ook nevenwerkzaamheden uitvoert, dan kan het zijn dat u voor die nevenwerkzaamheden ondernemer bent en dat u daarover BBO moet berekenen. Een schilder die naast zijn vaste baan regelmatig schilderwerk doet, moet over zijn bijverdiensten BBO berekenen.
- Exploiteert u een zogenoemd ‘vermogensbestanddeel’ of een recht? U verhuurt bijvoorbeeld een pand of u ontvangt auteursrechten voor een boek, dan kunt u ook als ondernemer worden beschouwd. Hierbij speelt de hoeveelheid arbeid die u verricht een rol.
- Hoe regelmatig werkt u als zelfstandige? Als u incidenteel of alleen in besloten kring uw werkzaamheden uitvoert, dan bent u voor de BBO geen ondernemer. Als u bijvoorbeeld af en toe uw boot verhuurt aan vrienden of familieleden, bent u daarvoor geen ondernemer en heeft u niets met de BBO te maken.
Het kan ook voorkomen dat u ondernemer bent, maar dat u geen BBO hoeft te betalen. Dit is het geval als een vrijstelling van toepassing is.
Ook is het mogelijk dat u valt onder het begrip fiscale eenheid. U kunt, op verzoek, worden aangemerkt als fiscale eenheid voor de BBO. Als Departamento di Impuesto uw verzoek goedkeurt, betekent dit dat u voor de vergoeding voor prestaties binnen deze fiscale eenheid niet in de heffing van BBO wordt betrokken.
Fiscale eenheid
Een Arubaanse vennootschap (de moedervennootschap) die alle aandelen heeft in een andere Arubaanse vennootschap (de dochtervennootschap) kunnen beiden worden aangemerkt als 1 ondernemer voor de BBO. Het gevolg is dat over de onderlinge prestaties tussen deze vennootschappen geen BBO is verschuldigd. Een fiscale eenheid kan bestaan tussen een moedervennootschap en meerdere (kleine)dochtervennootschappen.
Om te kunnen worden aangemerkt als 1 ondernemer moet u een verzoek indienen. Bij dit verzoek moet u een kopie van het aandeelhoudersregister van de (klein)dochtervennootschappen bijvoegen.
De fiscale eenheid vangt aan met ingang van de maand waarin het verzoek is ingediend om een fiscale eenheid te vormen. De fiscale eenheid eindigt met ingang van de maand waarin niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor het aangaan van een fiscale eenheid.
Een (klein)dochtervennootschap kan in de loop van een jaar deel uit gaan maken van een fiscale eenheid. De reeds ten name van de dochtervennootschap uitgegeven aangiftebiljetten BBO moeten nihil worden ingevuld en ingeleverd. In het eerstvolgende jaar zal de (klein)dochtervennootschap geen aangiftebiljetten meer krijgen uitgereikt. De door de (klein)dochtervenootschap(pen) behaalde omzet moet op het aangiftebiljet van de moedervennootschap worden aangegeven.