Bedrijfsmiddelen

In het algemeen zijn bedrijfsmiddelen zaken of voorwerpen die als duurzame kapitaalgoederen het vaste kapitaal van het bedrijf uitmaken. De aanschaf- of voortbrengingskosten zijn tot uitdrukking gebracht in een actief post die bij het eerste gebruik van de zaken of voorwerpen niet verdwijnt. Tot de bedrijfsmiddelen behoren dus niet goederen waarvan de kosten tot de lopende uitgaven van de onderneming zijn te rekenen en goederen die bestemd zijn voor de omzet. 

Kosten van aanschaf, voortbrenging en verbetering van bedrijfsmiddelen

Aanschafkosten

Tot de aanschafprijs rekent u ook de kosten van het bedrijfsklaar maken van de aanschaf en alle kosten die verbonden zijn met de aanschaf, zoals de installatiekosten en de notariskosten bij aankoop van onroerend goed.

Voortbrengingskosten

Als u een bedrijfsmiddel voortbrengt (zelf maakt), bestaan de voortbrengingskosten uit de kosten voor inzet van eigen personeel, de materialen, en de werkzaamheden die derden voor u uitvoeren.

Kosten van verbetering

Ook de kosten van verbetering van het bedrijfsmiddel moet u bij het bedrijfsmiddel op de balans activeren en vervolgens afschrijven. De kosten van verbetering van bijvoorbeeld een gehuurd gebouw voor rekening van de huurder moet de huurder zelf activeren en afschrijven.

Waardering van bedrijfsmiddelen

Bedrijfsmiddelen en andere bezittingen waardeert u tegen de aanschafprijs verminderd met de afschrijving. Dit geldt niet als u aannemelijk maakt dat de bedrijfswaarde duurzaam lager is dan de ontstane boekwaarde. De bedrijfswaarde van een bedrijfsmiddel kan het best worden omschreven als de waarde die het bedrijfsmiddel voor de onderneming als “going concern” heeft. Deze goingconcernwaarde is de waarde van het object onder de geldende omstandigheden.

Afschrijving

Om het jaarlijks af te schrijven bedrag vast te stellen moet u allereerst schatten hoe lang een bedrijfsmiddel in gebruik zal blijven en wat de vermoedelijke restwaarde zal zijn. Er zijn verschillende afschrijvingssystemen mogelijk. De meest gebruikelijke is de afschrijving op basis van een vast percentage van de aanschafwaarde, minus de restwaarde. In dit geval boekt u het verschil tussen de aanschafwaarde en de restwaarde in gelijke delen jaarlijks van de winst af. Omdat grond niet slijt, kunt u daarop normaal gesproken niet afschrijven. Voor de overige activa kunt u de afschrijving bepalen op basis van de (vermoedelijke) gebruiksduur en de (geschatte) restwaarde.

Voorbeeld berekening afschrijving

Aanschafwaarde personenauto Afl. 85.000
Levensduur: 5 jaar 

Restwaarde Afl. 8.500 (10% van 85.000)

Afschrijving per jaar Afl. 15.300 
Berekening: (85.000 - 8.500) x 20%

Afschrijvingsbeleid

In de onderstaande tabel is opgenomen het afschrijvingsbeleid van de Inspecteur.
 

Bedrijfsmiddel

Levensduur

Afschrijving

Restwaarde

Gebouw

50 jaar

40 jaar

2% 

2½%

10%

10%

Verbouwing A

Zie uitleg hieronder

50 jaar

40 jaar

2% 

2½%

10%

10%

Verbouwing B

Zie uitleg hieronder

10 jaar

10%

Nihil

Inventaris

5 jaar

10 jaar

20%

 10%

10%

10%

Computer

  • Hardware

3 jaar

5 jaar

33⅓%

 20%

10%

Nihil

  • Mainframe

3 jaar

5 jaar

33⅓%

 20%

10%

Nihil

Machine en installatie

10 jaar

10%

10%

Auto

  • Personenauto

5 jaar

20%

10%

  • Verhuurwagen

3 jaar

33⅓%

15%

  • Vrachtwagen

10 jaar

10%

15%

  • Bus

10 jaar

10%

15%

Goodwill

5 jaar

20%

0%


Toelichting op het afschrijvingsbeleid
 

Restwaarde

De restwaarde is uitgedrukt in een percentage van de aanschafwaarde.

Verbouwing A

Indien de verbouwing in het gebouw is opgegaan, worden de kosten geactiveerd bij het gebouw, en afgeschreven samen met het gebouw. 

Verbouwing B

Indien de verbouwing apart bij te houden is, is de restwaarde nihil, aangezien de restwaarde in het pand zit. 

Computers

  • Hardware
    Bij een levensduur van 3 jaar (33⅓ %), wordt de restwaarde op 10% gesteld. Bij een levensduur van 5 jaar (20%), wordt de restwaarde op nihil gesteld.
     
  • Mainframe
    Bij een levensduur van 10 jaar (10%) of 8 jaar (12½ %) wordt de restwaarde op nihil gesteld.
     
  • Software
    Software worden in principe afgeboekt als kosten, tenzij zij een wezenlijk belang vormen bij de bedrijfsuitoefening, dat ze als een bedrijfsactiviteit kunnen worden aangemerkt. 

Afschrijvingskosten gebouwen

Vanaf belastingjaar 2023 zijn de afschrijvingskosten voor ieder gebouw toegestaan tot een wettelijk maximumbedrag

Zie vraag 9a voor de toelichting op de aangifte winstbelasting over de berekening van de maximale afschrijvingskosten van een gebouw.